Zien hoe het met je gaat kan confronterend zijn. Zo zijn we als we eerlijk zijn op de meeste momenten helemaal niet in het nu. We doen, en daarin mist vaak het zijn, het voelen en weten wat belangrijk is. We kijken niet echt. Niet naar de ander, niet in die spiegel. Er is een magnetische wolk die de aandacht weg trekt uit het nu, uit bewust-zijn. Ik ervaar het als een soort trance: ik ben onbewust onbewust totdat ik die ‘trance’ herken. Hoeveel ik ook oefen. Logisch. Het nu is vaak helemaal niet zo aangenaam. Voelen betekent ook ieder beginnend ongemak voelen. Of beginnende stress, angst, pijn. In het nu zijn is intens. Tegelijk het heeft essentiële voordelen. Alleen in het nu kun je voelen, verbinden, vrij zijn, weten wat je wilt en kiezen.
Comfortabel onbewust je patronen herhalen voelt bekend en dus veilig. Mensen zijn minstens 80% van de tijd onbewust. Zeer praktisch bij de dagelijkse dingen als lopen of je schoenen veteren. Prima om onbewust te herhalen de rest van je leven. Er zijn echter ook zoveel oude patronen (ooit aangeleerd, die verinnerlijkte ouderboodschappen) die je liever niet zou herhalen. En toch herhaal je ze, alsof je in een hamsterwiel loopt. Met talloze goede redenen die je, als je in de spiegel kijkt, ook manieren om te vluchten voor jezelf kunt noemen. Veel praten over, denken over. Doelen stellen. In problemen, oplossingen of oorzaken denken. Je aanpassen aan de groep. Doen wat de ander wilt om de harmonie te behouden. Focus op toekomst of verleden. Focus extern waarmee er geen focus is op wat er nu gebeurt in jezelf. Wel zo rustig, dat onbewuste.
Ik doe mijn werk, ik doe leuke dingen, is er dan wel een probleem? Vaak niet. Zolang de buitenwereld zich gedraagt. Als je voelt dat je gewaardeerd wordt, erbij hoort. Die oerbehoeften van de gedateerde restanten in ons brein die eeuwenoud zijn, toen buiten de groep raken een doodvonnis was. Leuk dat ons rationele brein weet dat dit nu niet meer aan de orde is. Ons ingenieuze systeem van zelfbescherming reageert soms op een blik, een toon, een woord alsof je alleen op de steppe staat. In een nanoseconde. Hoe prima gaat het dan?
Als je opmerkt dat je voor de honderdste keer op dezelfde manier op een situatie of trigger reageert, op precies dezelfde manier, dan weet je dat je dat die automatische piloot actief is. Hoewel dat niet makkelijk te herkennen is. Je kent de reflex zo goed dat het niet opvalt. Alsof het te dicht voor je ogen zit zodat je het niet ziet. Je reactie op de ander lijkt dan heel spontaan of volwassen. Totdat je inzoomt en in de spiegel kijkt. Oef. Dat was niet assertief, het was eerder nogal passief. Kennelijk voelde iets in mij zich bedreigd. Adrenaline in het bloed zet je ratio, empathisch vermogen en zelfreflectie offline.
Zodat ik mijn signalen veel eerder merk en bewust kan kiezen hoe ik reageer. Op momenten dat ik het laat merk kan ik mezelf reguleren. Door de werkelijkheid zoals die nu is aan te nemen en te accepteren: ik ben getriggerd en dat is ok. Pas als ik dat tegen mezelf kan zeggen, kan ik er iets aan doen. Mijn wervelkolom lang maken zodat ik voel waar ruimte en keuze zijn. Mijn adem vertragen en aan iets of iemand denken waarvan ik ga glimlachen, zodat de adrenaline in mijn bloed kan gaan dalen. Me focussen op mijn verlangen. De menselijkheid van mezelf en de ander zien zodat ik de ander kan includeren. Als ik centreer voel ik mijn hele zelf: kwetsbaarheid én kracht. Authenticiteit, raakbaarheid, verlangen naar contact én autonomie. Intenser dan de trance, dat wel. Doe mij die maar. Ook al betekent het oefenen met die spiegel.
.